Twee tempels in New Kowloon deze dag, 3 december 2013

3 december 2013 - Hong Kong Island, China

Espressamenre, 17.51 uur

Twee tempels deze dag in Hong Kong

'Het is niet toegestaan om in de metro of op de stations iets te eten of te drinken', klinkt het tweetalig door de luidsprekers in de metro op weg van het ene naar het andere station. Op de stations zelf word de reiziger d.m.v. snelflitsende neonreclame erop geattendeerd niet heel de tijd alleen maar bezig te zijn met je phone, maar om ook acht te slaan op hetgeen er om jou heen gebeurt en en met jezelf gebeuren kan. Duidt dat laatste bijvoorbeeld op pick-pockets? Toch ben ik geen moment bang dat me iets overkomen zal, of dat ik gewelddadig beroofd zal worden. Ik heb het gevoel dat ik safe door deze stad reis. Wordt somtijds er zelf op geattendeerd dat ik een ritssluiting van mijn rugzakje niet helemaal gesloten heb. 

Vandaag met de metro weer verder weg van mijn hotel gereisd. Door zo te reizen, leer je ook hoe het moet en hoe het drukke ondergrondse metronet functioneert; alleen door te doen, door te onderzoeken, de metrokaart te bestuderen, een kaartje te kopen, het eindstation van iedere lijn waarop je reizen wilt te onthouden, in de drukke metro tussen anderen, die veelal hun mobieltje blijven raadplegen, te gaan staan, te kijken bij welke station je precies bent op de lichtgevende kaart in de metro zelf en te onthouden waar je precies uitstappen moet, leer je het ondergronds vervoersysteem je eigen te maken. De eerste keer is alles nog onwennig, maar bij de tweede keer merk je al dat je wat geleerd hebt. En overal waar ik tot nu toe ooit de metro nam, blijkt het eindstation van de lijn ook de richting te zijn waar je naar toe spoort. De stations daartussen vormen even zovele in- en uitstapplaatsen.

Drink nu een espresso met een dot slagroom in Espressamenre aan Hanoi Road, waar ik gisteren ook al een heerlijk kopje dronk. Dan kom je terug, ook omdat ik even hier in een koele omgeving rustig kan werken.
Vandaag in New Kowloon (een 45 minuten reizen) twee totaal verschillende tempels bezocht. De eerste, de Wong Tai Sintempel, is kleurrijk en groots van opzet en ligt temidden van veel vaal bruingele ten hemel oprijzende wolkenkrabbers die in gebruik zijn als woningen.  Ik tel van zo'n woontoren al gauw meer dan 40 verdiepingen. Dan duurt het even -als het druk is- als je met de lift helemaal omhoog moet en de lift maar een maximaal aantal personen kan dragen.
In deze tempel is het een drukte van belang. Aanhangers van buddhisme, taoïsme en confucianisme komen hier samen. Ze branden geurige wierookstokjes nadat ze met hun gebedsstokjes (knielend op een zacht kussen) die in een beker staan, ritmische bewegingen op en neer gemaakt hebben, terwijl ze gebeden prevelen. Als per ongeluk een stokje tijdens dat op en neer bewegen uit de beker valt, is dit een teken. Wat staat er op dat gevallen stokje? Welke boodschap gaat er achter schuil? Dan gaat het stokje weer in de bus, waarin al gauw een 50 stokjes staan.
Vaak hebben ze voor zich ook nog offergaven liggen, zoals een paar sinaasappels, drie mini kopjes thee en een gepocheerde kip. Ik zie hoe een man de uitkomsten van ieder gevallen stokje, dat zijn vrouw heeft laten vallen tijdens het gebed, precies op papier bijhoudt. Na de uitkomst van verschillende uit de beker gevallen stokjes genoteerd te hebben, overleggen ze samen. Over wat? Ik zie alleen maar vrouwen met deze gebedsstokjes bezig. Is dat niet iets voor een man (en waarom dan)?
De wierookstokjes worden bij verschillende beelden in het zand gestoken. Er zijn plekken in dit heiligdom die zeer favoriet zijn. Je maakt het bundeltje gekochte wierookstokjes aan bij een beeld (van een heilige?) die een schaal in zijn handen houdt met een brandende in olie gedrenkte vlaspit. Dan ga je de verschillende plekken langs waar je stokjes wilt laten branden, maakt toewijdende buigende gebaren met die stokjes en steekt dan de hoeveelheid die je bedacht had daar in een grote pot of bak met zand. Dan loop je verder naar de volgende plek of altaar. Onderweg staan er ook grote bussen waar je ongezien door anderen -wat je precies doneert-, geld kunt achterlaten. Er wordt veel geofferd, maar wat precies, zie ook ik niet. Buiten het tempelterrein staan allerlei kraampjes waar snuisterijen te koop worden aangeboden en waar je ook je wierook kunt kopen. Er zijn zelfs rood plastic gebedsmolentjes te koop. Ze zien eruit als een plastic molentje aan een stokje met alleen vier gebogen windbladen, dat je vroeger op de kermis kon kopen. Hier hebben ze een andere functie dan het vermaken van kinderen. Hier gaat het om het gebed dat met het door de bewegende lucht ronddraaien van de vier wiekjes, tegelijkertijd met de opstijgende wierook, zich toewendt tot de Eeuwige van altijd en overal.

Een stukje lopen, 19.01 uur, en naar het hotel voor mijn zwart zomers jack

20.22 uur
Verschillende restaurants voorbij gelopen; te duur voor mijn budget. Ik houd het voor vandaag op de Chinese keuken: stewed fish belly with ginger & spring onion  in pot and steamed rice ($ 68,=). De Koreaanse, Franse en zelfs de keuken van Casablanca laat ik links liggen. Alle gewone restaurants lijken wel wat op elkaar. Helder licht; niks wordt er gedaan aan sfeerverlichting. Tafellakens ontbreken; gewoon aan een tafel met een modern gestyled formicablad. Daar wordt het eten op geserveerd. In mijn geval vandaag in een ovenvast kommetje stukjes witvis (maar zachter dan kabeljauw) veel bosui (vooral het groene deel en dit in stukjes van een 4 cm), verse gemberschijfjes (wel een stuk of 5 van een 3mm dik), saus (oestersaus?) is gestoomd. Daarbij een kommetje rijst ($ 10,=) en een pilsje uit een fles (0.6 liter) van het merk Tsingtao ($ 22,=) Natuurlijk eet ik met chops, de stokjes, alhoewel men mij in eerste instantie -ik ben een Europeaan- mes en lepel aanreikte. Hier kan ik praktijkervaring opdoen; goed observeren hoe men met stokjes eet. Gezien dat ik mijn stokjes meer op het einde vast moet houden; dan heb ik meer grip en kan ook meer kracht zetten als het nodig is.
Het gerecht smaakte zo goed dat ik dit thuis ook ga proberen, al weet ik dat S. op voorhand zal zeggen 'Ik proef de gember.' 
Hier in dit restaurant zie ik dat hier ook maaltijden afgehaald worden en ze worden op dezelfde manier verpakt in afzonderlijke doosjes als bij ons. Alleen wordt er niet ook nog extra in papier gewikkeld. Hoeft ook niet vanwege de temperatuur. Die kleine luikjes, zoals bij ons in Chinese restaurants, zie ik hier ook. Maar hier blijft het luikje gewoon open, terwijl bij ons dat luikje meteen dicht gaat nadat een maatlijd afgeleverd is. 
De temperatuur is nu echt nog behaaglijker dan op deze 3e december in Nederland. Hier loop ik overdag nog rond in een shirt met korte mouwen. Maar vanaf een uur of vijf begint het echt snel af te koelen; dan is een jack wel prettig. Haalde dat dan ook op in het hotel na terugkomst van de tweede tempel.    

De tweede tempel, de Fat Jongtempel, blijkt een van de beroemdste buddhistische lokaties van Hong Kong te zijn. Om er te komen was niet gemakkelijk. Het stond niet op mijn plattegrond en een taxichauffeur liet me toch weer uitstappen, toen zelfs de taxicentrale hem niet kon zeggen waar hij heen moest rijden. Jongens met een mobieltje googelden en wisten precies  uit te leggen hoe ik moest lopen; op het kaartje op hun mobieltje te zien nog een heel stuk. Af en toe vragen naar Shatin  Pass Road, hielp. De weg voerde de bergen in. Het ging stijl omhoog; even stijl als toen Henk en ik in Italie een berg op moesten die toch echt de weg moest zijn volgens de gids. Zo stijl dat we van onze fietsen moesten en lopend en duwend onze fiets met bagage langzaam, steeds meer zwetend, omhoog duwden. Zo een weg was het nu ook. Kreeg het ook steeds warmer. Mijn hemd onder mijn rugzakje werd drijfnat. Langs deze weg stonden wolkenkrabbers; hier woonden mensen in de hoogte. Maar voetgangers zoals ik zag ik niet. Wel later een wielrenner die sneller omhoog te voet geweest was dan nu per fiets; tergend langzaam, staande op de pedalen, vorderde hij decimeter na decimeter. Ik voelde de machteloze pijn mee; de stijle berg is ongenadig.
Na zeker een half uur van alleen maar stijgen, bereikte ik de tempel. Ik was de enige bezoeker. Sereen, rustig, kalm en stil was het er. Uit luidsprekers klonk meditatieve muziek. Hier monnik zijn kon ik me wel voorstellen, of om er althans een tijd te zijn. Absolute stilte, ver weg van de grootstedelijke drukte, geen toeristen, alle tijd om leeg te worden van en voor.
Via een lift  ik vanuit het straatniveau op de derde etage, op de plek die voor de tempel de begane grond is. Ik dwaalde door het complex, zag offergaven liggen en opgebrande wierookstokjes. Serene rust in een prachtige omgeving, waarin de kleur rood de boventoon voerde en goudkleur die van de beelden. Ook de ornamenten bekoorden stuk voor stuk.
Maar al gauw werd ik gemaand te vertrekken (het was half vijf), terwijl bij de ingang stond dat het complex tot 16.45 uur geopend was. Langzaam daalde ik af totdat ik bij de lift kwam. Veel toegangsdeuren tot heilige ruimten waren gesloten. Dat deerde niet. Het ging om het totaalgebeuren en dat kon ik ondergaan. Het deed me qua rust en contemplatieve stilte denken aan de keren dat ik verschillende jaren lang  (ergens in juli en/of augustus) in de midzomer in l'abbeye Saint Remy te Rochefort was. Eenzelfde gevoel kwam nu ook over mij; ook iets van je hier thuis (kunnen) weten.
Ik voelde me opgelucht en blij en ook een stuk lichter toen ik bergafwaarts liep. Hier was ik dus. Het was een vermoeiende klim geweest, maar de moeite van het zwoegen meer dan waard. Een ervaring, waarvan ik nu achteraf (21.50 uur) zeg dat het een topervaring was. Er was weinig te horen, geen spektakel en al helemaal geen drukke heisa. Weinig te zien dan intense kleuren rood en goud en aardekleuren, beelden, een zware zwarte klok met daarboven een gong met een bespannen dierenvel, gestileerde deuren, bijna grijswitte muren en heel licht  groene trappen en in de verte de wolkenkrabbers met de drukte van alledag.

Toen terug in een overvolle metro. Als in de lift bij het hotel net zoveel personen op een vierkante meter zouden staan, zou de lift onophoudelijk piepen, niet dichtgaan en de deur van de lift gewoon open blijven staan. Nu reed de metro gewoon in
hoge snelheid van station naar station, totdat ik op station Tsim Sha Tsui uit kon stappen.

22.10 uur 

Gegroet, en ik lees wel een reactie; althans daar vertrouw ik op!

Maart

Foto’s

4 Reacties

  1. Thieu:
    3 december 2013
    Heel indrukwekkend, een ontdekkingsreis. Mooi beschreven, Maart. Deze reis verandert je leven, denk ik . Groetjes, Thieu
  2. Ine en Tonny Peters:
    3 december 2013
    Een prachtig verhaal over een prachtige omgeving. Ik geniet elke dag van een nieuw avontuur van jou. Het is alsof ik elke dag met je mee ga. Ook erg mooi verteld; de vorm van je verhaal groeit met de dag. Ik hoor in je verhaal nog nergens dat het einde van je reis naderbij komt of stel je de gedachte aan dat moment nog even uit?

    Groeten Tonny
  3. Leny:
    3 december 2013
    Dag Maart,

    Mooi beschreven die contrasten tussen de tempels. Leuk dat je telkens bier drinkt. De Chinezen importeren veel wijn, kom je die ook ergens tegen?

    Groet Leny
  4. Theo Kremer:
    3 december 2013
    Hoi Maart
    wat een beleving met die mensen en die hoge gebouwen en dan uiteindelijk hele kleine kamers maar dat zal wel de oorzaak vinden dat daar de mensen het meest op straat leven. wij genieten er van elke dag hoe je ons mee laat beleven.
    nog een paar mooi dagen
    Groetjes Theo